Niet iedere val komt door IBM of spierzwakte. Mensen met IBM die vaker vallen herkennen het valpatroon. In het begin, of als het valpatroon wijzigt, moet eerst aannemelijk gemaakt worden dat de val door IBM komt. Er kunnen anders behandelbare oorzaken voor vallen, bijvoorbeeld een hartritmestoornis of te lage bloeddruk, over het hoofd worden gezien. De huisarts kan dit bespreken.
Bij vaker vallen kan het helpen om een valboekje bij te houden. Zo wordt duidelijk hoe vaak iemand (bijna) valt en in welke omstandigheden (waar, wanneer, waarmee (bijvoorbeeld een hulpmiddel), waarom, waardoor). Vervolgens kan gerichte valtraining worden gegeven of kunnen hulpmiddelen worden voorgeschreven (bijvoorbeeld een enkel-voet-orthese bij een klapvoet). Een fysiotherapeut kan helpen bij het opbouwen van zelfvertrouwen om (weer of meer) te lopen.